Menu  Talen: nl
Meer...

Sluiten De pers

Contact
Bezoekers

 0 Bezoekers

 1 Bezoeker online

De pers - Bij de familie Verpoest-De Pestel te Baerle
 Op 4 juli 1923 verscheen in De Standaard op de voorpagina een groot artikel over de familie Frederik Verpoest-De Pestel.
Wie de schrijver was (met initialen Cr.) heb ik nog niet achterhaald, maar uit zijn artikel blijkt een grote adoratie voor Maria (tante Maria).
Het artikel geeft ons een mooi beeld van het reilen en zeilen binnen de familie.
 
Geert

 


 

DE STANDAARD — woensdag 4 juli 1923

STANDAARD-PRIJSKAMP VOOR TALRIJKE GEZINNEN

Bij de familie Verpoest-De Pestel, te Baerle
 
Het is in een zeer idyllisch dekor, dat ik, heel gemoedelijk, met vader Verpoest te praten zit. Vader Verpoest, (in de streek heet hij Freedje Verpoest), is huisschilder. Toen ik aan zijn kleine nette woning, rechtover het klooster te Baerle, ging aankloppen, kwam moeder voor, met het jongste kindje op den arm, en ze zegde:

- Free is aan 't schilderen, hier dichtbij, over de Leie. Maria, ga met Mijnheer eens mede, en toon hem waar het is.

Maria is het vijftienjarig dochtertje dat moeder helpt in huis. Zeven andere kinderen gaan nog ter school. De oudste jongen, de 17-jarige Jozef, schildert met vader. Terwijl we, langsheen de kerk, het prettig kronkelend wegelken inslaan, dat naar het zilverig-zonnige Leiewater leidt, is het me een stil genoegen terloops Maria van ter zij gade te slaan. De meid is groot, forsch gebouwd, en de bleekblauwe, vlekkelooze schort staat haar heel fraai. Heur helblond haar; de zuivere snede van haar frisch gelaat dat blank en roze bloeit op het donkere groen der hagen; het wazige paarlemoer hare levensblije kijkers, zouden onzen goeie Conscience eene geestdriftige bladzijde te meer geïnspireerd hebben voor een zijner naïeve idyllen.

Wij staan nu aan den boord der Leie die met staalblauwe tintelingen zoetjes rimpelt in het zonnelicht. Ginder rijst het witte torenhuis van Servaes, en, heel ver, links, in een mistig stuifsel van zon, vlekt de kerktoren van St-Martens Laethem.

Maria heeft hare handen als een roepstem aan den mond gebracht, en haar klaar geluid klaroent over de Leie. Even daarop komt, aan den overkant, een man in witten schilderskiel, naar den oever gestapt, haakt een der booten los, en roeit kalm op ons af. Dat is Freedje Verpoest. Naarmate hij nadert verken ik duidelijk zijne korte, fiksche gestalte, met de gladgeschoren, verstandige tronie. Vastberadenheid ligt in elke lijn van dit gelaat. Free springt gezwind uit de boot, en dadelijk, met een vlugge, energiek bevelende beweging van den uitgestoken wijsvinger, maant hij Maria tot heengaan. Het gedweeë meisje verdwijnt geruischloos. Dan noodigt Freedje me, met een vriendelijken glimlach, uit om plaats te nemen in de boot.

Zoo zitten we daar thans gezellig te kouten, zachtjes heen en weer gewiegeld door het glinsterende water dat ons zijn vochtige lauwte in ’t aangezicht wuift. Uit den bekladden ververskiel van Free komt zijn horlogeketting te voorschijn, waaraan een groote medaille van het H. Hart bengelt. Onze schilder zit in gebogen houding, de handen over de knieën gekruist, en hij kijkt peinzend naar de punten zijner morsige schoenen. Intussen vertelt hij:

- Ik en mijne vrouw zijn beiden afkomstig van Vorselaer. Wij waren thuis met acht kinderen, waarvan er slechts drie in leven zijn gebleven. Onze oude moeder leeft nu nog, Goddank. Mijne getrouwde zuster heeft negen dochters achter mekaar gekregen, waarvan er twee stierven. Dat gebeurt niet alle dagen, niet waar?... Doch ja, (de mediteerende Free glimlacht) ik moet u over mij spreken. Hewel, Mijnheer, ik heb een hard leven achter den rug.

- Vader, die ook schilder was, stierf vroeg. Van af mijn twaalf jaar trok ik den ververskiel aan, en werkte in het atelier van schilder Janssens in Nevele. Daar heb ik elf jaar verbleven. Ik schilderde voor de kerken, ook voor de appartementen van particulieren. Dat was geen 8-urenwerk! Thans ook niet. Zestien uur arbeiden per dag is voor mij niets buitengewoons. Ten andere, de kinderen.... u begrijpt me.

- Inderdaad. U hebt een lastig huishouden.

- Tien kinderen, waarvan alleen de oudste, 17 jaar oud, in staat is reeds wat geld te winnen. Ik trouwde in 1904, en kwam mij hier toen als schilder te Baerle vestigen. Wij trouwden met geleend geld. De grond kostte 1200 frank; het huizeken dat wij daarop gebouwd hebben, kwam op 3,400 frank. Die schulden hebben wij naderhand kunnen afleggen. Dat ging niet van zelf, zegt Free wijsgeerig.

- Dat begrijp ik best. De oorlog bracht u ook zijn deel van ellenden?

- In 1914 viel natuurlijk alle werk direkt stil voor ons. Wij, schilders, moeten reeds in gewone tijden bitter worstelen wanneer de winter aanbreekt, die onze arbeid komt stop zetten. Tijdens den oorlog werd het nog heel wat erger. Dan ben ik een beetje werkzaam geweest in het Comiteit. Eerst aan twee frank per dag. Later aan vijf frank. In ons winkeltje greep toen ook de uitdeeling der soep en der melk plaats, ingericht door het klooster.

- Daarmede konden ik en mijn vrouw nog eenige centen verdienen. Het spreekt vanzelf dat al ons spaargeld er onder den oorlog aan moest...

- Ja, ja, er is gezwoegd geweest om het huishouden recht te houden. En nu nog aanhoudend. Maar, - toch ging het. Het moet gaan.... Onze twee oudsten, Jozef en Maria, hebben nu elk hun boekje op de lijfrentkas. En al de andere kinderen, die het vereischte aantal jaren hebben, bezitten hun spaarboekje.

Zoo leeren zij, van jongs af aan, sparen, en de waarde van het werk beseffen. Later zullen zij ons daarvoor dankbaar zijn.

- Dat is zoo. U hebt voorzeker brave kinderen?

- Ha, Mijnheer, (en hier gaat Free kaarsrecht zitten ; met den vollen glans van het flikkerend Leiewater op zijn wilskrachtig gelaat), braaf «moeten» zij ook zijn. Daar houden ik en moeder de hand aan. Onze Jef is weldra achttien jaar. Welnu, en ik mag het hier zeggen omdat hij het toch niet weten zal, die jongen vertoeft nog gedurig in de schaduw van ons huis. Herbergen kent hij niet. Als het Zondag is, gaan wij na het lof, waarin hij met mij op het dokzaal zingt, een tochtje doen per fiets. Dat is zijn grootste plezier. Is het slecht weder, dan vermaken de kinderen zich thuis, en wordt als eens een stichtend boek gelezen. Dat open hunnen geest…

Jef studeert ijverig het schildersvak. Hij gaat des Zondags naar de St Lucasakademie, te Gent, en volgt in den winter ook de vakschool voor hout- en marmerschilderen te Deynse. Het zal een knappe schilder worden. Overal waar hij werkt zien de menschen hem gaarne.

- En Maria?

- Die is sinds een jaar uit de school gebleven, en helpt in het huishouden. Zij kan zingen als een nachtegaal. Inde kerk zingt zij nog altijd mee met de schoolkinderen, en houdt er de fut in. ’s Zondags gaat zij bij de zusters in het klooster, om de schrijfboeken der scholieren te helpen verbeteren. Dat doet zij voor haar amusement, en ze leert nog altijd wat bij. Ik heb ook drie misdienaars in mijn huis, zegt Free vroolijk. Dat zijn Andreas, Marcellus en Stanislas. Marcellus is zot van koeien en paarden. Alle dagen, na den schooltijd, gaat hij een handje toesteken op een nabije hoeve. Daar, midden de beesten, is hij in zijn element! En hij is, aan het einde der week, heel fier wanneer hij, als loon, een half fransken naar huis brengt. Stanislas, hij houdt meer van kleine kinderen dan van paarden. Na de school trekt hij ook elken dag op, en wordt dan de speelkameraad van het zoontje van een rijken boer.

- Free, zeg ik thans, ik wil u niet langer ophouden. Ik roof uwen kostbaren werktijd.

- Och, antwoordt Free met zijn wijzen glimlach van filosoof, dan klop ik van avond een uurtje meer!

Hierop nemen wij afscheid. De schilder roeit terug naar den overkant, en ik blijf een poos op den oever staan om het aardige tafereel te bekijken: die boot, met dien wit gekielden man, op het rustig fonkelende water.

Wanneer ik terug in het winkeltje van Freedje Verpoest aanland, waar verfborstels, verfdoozen, reeksen oliepotten en azijnflesschen uitgestald staan, is het daar een herrie van belang. De school is uit, en het keukentje met zijn klaar getinte muren, is een hommelnest van geluiden. Een kindje schreit, een meisje zingt een sterk gerythmeerd liedje: «Daar kwam een groene jager», en harde jongensstemmen klinken verward dooreen. Ik vind de rakkers bijeen omheen de langwerpige tafel, bemorst met koffie.

- Zie, zegt moeder, vreugdig wijzend op een blozenden dikkerd, dat is onze koeboer! En die heeft nooit boterhammen genoeg! Marcellus, de groote vriend van paarden en koeien, lacht even, de bolle wangen volgepropt met brood.

- Zijt ‘ne keer beleefd, praamt moeder.

En de vuil beduimelde petten worden weiger van de mooi-rugge koppen genomen, en roode, harde handen naar me toegestoken. In een dozijn hel-dere kijkers flakkert de levenslust op als een meivuur.

Een weinig later sta ik te kouten met moeder in het fraai beschilderd voorkamertje, waar de boekenkast van vader staat. En die is vrij wel gevuld met oude en nieuwe boeken. Ik zie er staan: de werken van Conscience, de «Zuid en Noord» van Pater Bauwens, de «Histoire de Turenne», de «Dictionnaire de l’Académie de France», de «Naauwkeurige verhandelinge van de eerste Uytvindingen en uitvinders», enz.

- Uw man heeft schoone boeken, zeg ik tot de vrouw.

- Ja, Mijnheer, verklaart moeder fier, hij is zeer geleerd. Hij kan ook goed Fransch lezen. En hij wil dat onze kinderen dit later ook kennen. Een beetje Fransch overweegt nooit, niet waar?

Intusschen doet een der rakkers, buiten, met een zakspiegeltje een stukje zon door de ruit flikkeren.

- Bezit u geene photo van het huishouden? vraag ik nog.

- Nee, mijnheer. Een portret laten maken, kost duur! En…Weet ge, wat ik en mijn man zeggen? Er zijn nu tien kinderen…Hewel, wanneer als het God belieft, onze menagie eens voltallig zijn zal, dan laten wij ze allemaal op een portret zetten.

Cr. 


Creatie datum : 10/07/2011 @ 13:47
Laatste wijziging : 10/07/2011 @ 13:48
Categorie : De pers
Pagina gelezen 4238 keren


Print deze pagina Print deze pagina

Stamboom

De stamboom opzoeken is een werkje van lange adem...

Wil je meewerken, neem dan eens contact op.

Ik ben nog op zoek naar de gegevens van heel wat familieleden, dus is je naam Verpoest, of ben je gehuwd/verloofd/samenwonend/... met een Verpoest, kijk dan eens op de formulieren-pagina, en vul zoveel mogelijk gegevens in...

^ Boven ^